Meer effectieve leertijd, meer leerrendement
In het voorjaar van 2009 is de subsidieregeling onderwijstijdverlenging basisonderwijs van kracht geworden. Een samenwerkingsverband van basisscholen, scholen voor voortgezet onderwijs en een gemeente kon subsidie aanvragen om vier jaar lang de onderwijstijd van leerlingen te verlengen (weekendschool, zomerschool of verlengde schooldag). Het project heeft een looptijd van 4 jaar, van september 2009 tot juli 2013. In de projectplannen en de uitvoering moet de focus liggen op de ontwikkeling van effectieve naschoolse programma’s op het gebied van taal en rekenonderwijs en sociale vaardigheden. Bovendien moet het leerplan worden afgestemd met het reguliere onderwijsprogramma in het primair onderwijs en in het voortgezet onderwijs. Een doorlopende leerlijn moet zichtbaar zijn.
Uitvoering in Amsterdam
Amsterdam heeft in 2009 een vliegende start gemaakt. Lopende de projectaanvraag zijn taaldeskundigen ingeschakeld en is geïnventariseerd waar scholen in Amsterdam West behoefte aan hadden. Vervolgens is besloten te starten met het ontwikkelen van twee leerplannen voor een zomerschool voor onderpresterende leerlingen van groep 7 en het organiseren van de uitvoering in de zomervakantie van 2009:
◊ één leerplan met een remediërend karakter op de gebieden taal en rekenen (citovoorbereiding) door Willeke Beuker;
◊ en één met een prikkelend en uitdagend thematisch taalprogramma gericht op de verbetering van de taalvaardigheid, de uitbreiding van de woordenschat en kennis van de wereld (geschiedenis van Amsterdam) en het vergroten van de binding met de stad door Marijke Kaatee. De rode draad in de module is het kinderboek Kinderen van Amsterdam. Dit programma is bestemd voor leerlingen die voldoende/goed scoren met rekenen maar een fikse taalimpuls kunnen gebruiken.
Koppeling Zomerschool aan OTV
OTV en Zomerschool worden gekoppeld, zodat er sprake is van een doorlopend curriculum voor leerlingen die onderpresteren op taal en rekenen. Het gaat om leerlingen in de bovenbouw van het PO en onderbouw in het VO. Door nauwe samenwerking tussen het PO en VO wordt een leerplan ontwikkeld met doorlopende leerlijnen.
Leerplan Kennis en taalverrijking (Marijke Kaatee)
Het primaire doel van het leerplan is de kennis van de wereld te verbreden en tegelijkertijd de taalvaardigheid te vergroten door kennis te verwerken aan de hand van functionele taaltaken. De kennis die wordt aangebracht is vaak voorwaardelijke kennis om vakken als geschiedenis, biologie en aardrijkskunde beter te begrijpen. De kennis hangt vaak samen met woordkennis, d.w.z. de schooltaalwoordenschat die nodig is om de leerstof en teksten in schoolboeken beter te begrijpen.
In het leerplan vindt de leerstofverwerking plaats aan de hand van functionele taaltaken, d.w.z. dat leerlingen tijdens deze lessen meer dan gemiddeld schrijven en spreken. Voor ieder leerjaar wordt een taalportfolio ontwikkeld met ongeveer twaalf verschillende schriftelijke taalproducten en minstens drie verschillende mondelinge taalopdrachten.
Bij de ontwikkeling is gekozen voor vier modulen per jaar met een thematische inhoud, dus in totaal worden er 16 modulen ontwikkeld. In iedere module wordt geïntegreerd gewerkt aan woordenschat.
In overleg met de scholen worden modulen ontwikkeld. Uitgangspunt is de canon van Nederland en de basiskennis die nodig is om de zaakvakken in het voortgezet onderwijs te kunnen volgen, zo staan de Gouden Eeuw en Natuurgeweld centraal in een blok voor groep 7, Staatsinrichting is een onderwerp voor groep 8 en de Middeleeuwen is een onderwerp voor leerjaar 1. In het voortgezet onderwijs is meer sprake van pre-teaching. Een onderwerp als de Middeleeuwen doet in het eerste leerjaar van het voortgezet onderwijs een beroep op reeds aanwezige kennis en ruime woordenschat. Ontbreekt die kennis of die woordenschat, dan is de inhoud ontoegankelijk. Pilotprojecten met pre-teaching in het eerste en twee leerjaar havo van het voortgezet onderwijs[1] hebben aangetoond dat leerlingen beduidend beter presteren bij zaakvakken als er sprake is geweest van pre-teaching. Vooral onderwerpen die, ook al staan ze niet ver af van de belevingswereld van leerlingen, maar wel een beroep doen op een grote cognitief rijke woordenschat, zijn voor leerlingen met een taalachterstand vaak een onneembare hindernis. Door het onderwerp aan te bieden vanuit andere invalshoeken en de benodigde schooltaalwoordenschat aan te brengen, landt de nieuwe leerstof wel.
Aan de thematische inhoud wordt dan ook de woordenschatontwikkeling vastgeknoopt (schooltaal en vaktaal). Ook productieve taalontwikkeling (spreken en schrijven) is weer gerelateerd aan de inhoud van het thema. Uitgangspunt hierbij is dus het taalportfolio met diverse taalproducten. Hoe wordt die woordenschat vergroot: zie het blog ‘Woordenschat vergroten’.
Rekenen en wiskunde (Willeke Beuker)
Voor rekenen en wiskunde wordt een meer remediërend programma ontwikkeld. Uit onderzoek is gebleken (PPON 2004) dat op de volgende domeinen problemen plaatsvinden bij de overgang van primair naar voortgezet onderwijs: kommagetallen, verhoudingen, breuken, procenten, meten, meetkunde, tijd en geld. Deze onderwerpen komen dan ook steeds terug in de blokken rekenen in het leerplan. De didactische aanpak is anders dan leerlingen gewend zijn en sluit aan bij de theorie van Marzano en Kagan. Het gaat om het verwerven van Inzicht in de wereld van getallen en er wordt gebruik gemaakt van diverse spellen voor het automatiseren. Coöperatieve werkvormen nemen een centrale plaats in tijdens de lessen rekenen en wiskunde. De modules voor groep 7 en 8 zijn klaar. Momenteel wordt de module voor leerjaar 1 vo ontwikkeld.
[1] Pilot Taalklas Havo 1 Pieter Nieuwland College Amsterdam, Marijke Kaatee heeft hiervoor het leerplan en de modulen ontwikkeld. (2008-2010).
Hoi Marijke,
Wat goed dat Amsterdam geinvesteerd heeft in de ontwikkeling van een curriculum voor de zomerschool en OTV. Je ziet dan ook dat het financieren van inhoudelijk georienteerde onderwijsverbeteringen tot leerrendement leidt. Helaas denken vele steden daar anders over en richten zich vooral op de proceskant en laten het aan leerkrachten over om een curriculum te componeren. Gemiste kansen lijkt me, het ontwikkelen van een doordacht curriculum is een vak, een professie. Dat bewijs je weer met deze blog. Succes verder! met de zomerschool.
Groet, Brigitte