Leestips 2012

december 2012
KLAAR VOOR DE 21e EEUW. Vaardigheden voor een veranderende wereld

Robert J. Marzano & Tammy Hefflebower
Dit ‘handboek’ geeft zicht op wat leerlingen later in hun volwassen leven nodig hebben: een combinatie van cognitieve vaardigheden (hoe pak je complexe taken aan, analyseren en gebruik maken van informatie, mentale modellen ) en conatieve vaardigheden (wat heb je nodig in de persoonlijke omgang met anderen, hoe ga je om met ingewikkelde problemen en kwesties, divergent en convergent denken). Beide vaardigheden zijn onontbeerlijk in het leerlandschap van de 21e eeuw.
Marzano en Heflebower beschrijven in dit boek strategieën om leerlingen en studenten voor te bereiden op de zeer gevarieerde en uitdagende kenniseconomie van de komende jaren.
Zij vertalen theoretische concepten, onderzoeksresultaten, instructievormen en manieren van beoordelen in heldere aanwijzingen voor de dagelijkse praktijk in de klas. Daarbij helpen ze leraren bij hun opdracht leerlingen professioneel en persoonlijk kansrijk te maken in onze steeds veranderende samenleving.
Ik vind dit boek een optelsom van alles wat Marzano tot nu toe heeft geschreven. Verder zijn concepten van andere grote onderwijsinspirators erin verwerkt, zoals De Bono, Kagan, Cummings, Dweck, Hargreaves. Al het goede dat de afgelopen 10 tot 15 jaar is ontwikkeld op basis van onderzoek zie ik in dit boek terug. Achter in het boek staan beoordelingsschalen voor vaardigheden van de 21e eeuw. Ik had hier liever rubrics gezien, die vind ik inzichtelijker, maar dat is mijn persoonlijke voorkeur.
Dit gaat het handboek worden voor goed onderwijs de komende jaren! Zet het op je verlanglijstje voor kerst. Het is tot half januari met korting te bestellen bij Bazalt, nu dus voor 49,00, daarna 62,00 euro. Ook te bestelling via deze link www.klaarvoorde21eeuw.nl
ISBN: 978-94-6118-137-4

 

november 2012
OPBRENGSTGERICHT WERKEN

Weer geen boek, maar een PowerPoint deze keer. Over opbrengstgericht werken (een begrip waar mensen vlekken van krijgen) de rol van de schoolleiding, welke interventies werken, hoe we dat weten (evidence based, oeps ook een begrip om in een kramp te schieten) en het verschil in opbrengst tussen directe instructie en zelf ontdekkend leren.
Een prikkelende PowerPoint waarin heilige huisjes worden omgeduwd, maar dat zijn we gewend van Kees Vernooy.

 

oktober 2012
A SHORT HISTORY OF GRADING

Deze keer geen boek, maar link naar een webpagina die het waard is om te lezen.

 

september 2012
ONDERPRESTEREN OP DE BASISSCHOOL

Saskia Bruyn
Veel kinderen komen op de basisschool niet uit de verf. Volgens de Onderwijsraad presteert een zevende van de leerlingen onder zijn of haar niveau. Niet alleen hoogbegaafde kinderen, maar ook leerlingen van gemiddelde intelligentie kunnen om allerlei redenen ontmoedigd raken en afhaken. Als het leren langere tijd stagneert, kan een taai gedragsprobleem de kop opsteken. Gedrag dat de schoolloopbaan en het zelfvertrouwen van het kind beschadigt. Ouders en school zien vaak wel dat er iets misgaat, met nadelige gevolgen voor de kinderen, maar ze hebben er geen antwoord op. Dit boek brengt helder in kaart hoe je onderpresteren herkent, wat de oorzaken kunnen zijn en wat je er aan kunt doen. Je moet als leraar of ouder dan wel over metacognitieve vaardigheden beschikken om ingeslepen patronen te willen en kunnen veranderen.
Het boek verwijst zelf voor meer informatie naar www.onderpresteren.nl.
Voor een heldere boekbespreking verwijs ik naar deze link!
ISBN 9 789023 247661

 

augustus 2012
DEZE KEER GEEN BOEK, MAAR MIJN PAGINA’S OP SYMBALOO.

Ik heb er meerdere. Kijk eens wat er te koop is op het gebied van ‘Flipping the classroom‘. Wat het is? Dat vindt u onder één van de blokjes. Wat u ermee kunt? Dat treft u weer onder een ander blokje aan. Is Symbaloo trouwens niet heel handig voor u in de klas? Als startscherm? Uiteraard kan ik ook op uw school een bijeenkomst organiseren zodat we met het complete team aan de slag gaan en alle docenten in één middag op de hoogte zijn van de mogelijkheden en zelf meteen een startscherm kunnen maken. Kijk eens in de ‘gallery’ welke pagina’s er al zijn.

 

juli 2012
TAALONDERWIJS; EEN KWESTIE VAN ONTKAVELEN

Amos van Gelderen en Erik van Schooten
Van Gelderen en Van Schooten zijn lector bij het Lectoraat Taalverwerving en Taalontwikkeling. Het lectoraat heeft als voornaamste missie bij te dragen aan de verbetering van de voorwaarden voor taalverwerving en taalontwikkeling op scholen voor basisonderwijs, voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs.
De lectoren pleiten voor ontkaveling omdat taalverwerving nu in vergaande mate is verkaveld over verschillende vakgebieden (deel)vakken, doeltalen en deelcursussen. Bovendien is de verkaveling verschillend per schoolsoort. Het zijn noties waar ik ook al jaren mee bezig ben, want als onderwijsbegeleider volg ik de theorie op de voet en maak ik de vertaalslag naar de praktijk. De praktijk is helaas altijd een stuk weerbarstiger dan gehoopt. Vandaar dat ik zo blij ben met dit boekje.
Zelden heb ik een boekje zo snel en met zo veel herkenning gelezen. De aantrekkingskracht van het boekje is dat het kort is en helder is geschreven. Voor veel mensen uit de praktijk moet datgene dat behandeld wordt heel herkenbaar zijn. Het interessante zit volgens mij niet alleen in het benoemen wat er nu gebeurt en waarom dat onvoldoende bijdraagt aan taalverwerving, maar in de suggesties die er worden gegeven hoe het beter kan.
Vakantie is de tijd om op te laden en je te laten inspireren. Dus meenemen in de koffer en tijdens de vakantie bezinnen op hoe je komend schooljaar zelf een lichte koerswending kunt maken.
Zie ook dit artikel in Didaktief, juni 2012 en deze videoregistratie van een openbare les!

ISBN: 978 90 5179 7626

 

juni 2012
HET TAALONDERWIJS NEDERLANDS ONDERZOCHT, brug tussen onderzoek en onderwijs

Nederlandse Taalunie 2012
In een voortdurend veranderende samenleving moeten leraren zich continue aanpassen en verbeteren. Onderwijsonderzoek vormt de basis voor veranderen, helaas zijn onderwijsonderzoek en onderwijspraktijk vaak gescheiden werelden. Het onderzoek staat soms ver af van de dagelijkse praktijk van de school en de publicatie van de resultaten van onderzoek gebeurt vaak op manieren die leraren niet bereiken. Dat maakt het niet eenvoudig om relevante kennis te vergaren en in te zetten voor verbetering van het onderwijs Nederlands. Deze publicatie is bestemd voor pedagogische begeleiders, onderwijsadviseurs, lerarenopleiders, beleidsmakers en onderzoekers. Zij zijn verantwoordelijk voor de vertaalslag. Voor leraren Nederlands die het zonder ondersteuning doen  en toch op de hoogte willen zijn van de laatste ontwikkelingen en hun onderwijs willen aanpassen is deze bundel een absolute must.  Hoofdstuk 1 laat zien wat er in de databank HTNO te vinden is. Hoofdstuk 2 schetst de trends, welke taaldomeinen en doelgroepen krijgen bijvoorbeeld de meeste aandacht. Hoofdstuk 3 gaat over het HTNO in de praktijk. Aan de hand van voorbeeldvragen kunt u zien hoe HTNO werkt. In hoofdstuk 4 zijn deskundigen aan het woord over HTNO en hoe zij ermee werken. Hoofdstuk 5 bevat reflecties van onderzoekers.

 

mei 2012
GEEN MEDIAWIJZE KLAS ZONDER MEDIAWIJZE DOCENT

VIVES, Nummer 125, mei 2012
‘Wie niet mediawijs is, wordt buitengesloten’, voorspelde toenmalig minister Plasterk in 2007. Dat geldt niet alleen voor leerlingen, maar ook voor docenten. Een mediawijze leerlingen begint met een mediawijze docent. Hoe pakken docentenopleidingen in Nederland dit aan? Vives geeft een inkijkje in de ontwikkelingen.
In hetzelfde nummer een mooie beschrijving hoe docenten kunnen werken met ‘Socrative‘. Met dit programma kunnen docenten leerlingen extra betrekken bij de les door ze op stellingen en vragen te laten reageren via hun smartphone, tablet, laptop of welke device dan ook. Filmpje

 

april 2012
WAAROM MOET IK DAT DOEN?

Van 12 tot 18, april 2012, nummer 4.
Observatieprojecten in de klas verlopen beter als docenten, teamleiders en externe begeleiders op een transparante manier met elkaar bespreken wat ze bedoelen met ‘een goede les’.
In dit artikel wordt nog eens uitgelegd en benadrukt waarom het belangrijk is om voordat lesobservaties plaatsvinden met elkaar wordt besproken wat wenselijke pedagogische en didactische handelingen zijn, welke normen er gelden voor een goede les.

 

maart 2012
HET 3e ALTERNATIEF, Het principe van creatieve samenwerking

Stephen R. Covey
Veel conflicten ontstaan omdat beide partijen aan hun eigen standpunt vasthouden. Covey leert ons in Het 3e alternatief dat er meer mogelijk is dan ‘jouw of mijn manier’. Alles begint met een open, accepterende houding ten aanzien van de ander en het op waarde schatten van diens opvattingen.
Het derde alternatief is geen compromis. De Nederlandse cultuur van ‘polderen’ is in de kern een basis voor het toepassen van het derde alternatief, maar het moet niet leiden tot slappe compromissen. Een derde alternatief zou je kunnen herkennen aan de energie van de mensen die eraan gewerkt hebben. ‘Zij stralen bij wat ze met elkaar gedaan hebben, wetende dat zij dit onafhankelijk van elkaar niet bereikt zouden hebben’.
In het onderwijs hebben we dat derde alternatief hard nodig. Momenteel staan partijen soms lijnrecht tegenover elkaar: docenten tegenover management en overheid, schoolleiders tegenover hun besturen, besturen tegenover de overheid, terwijl alle partijen hetzelfde doel dienen: het realiseren van goed onderwijs. Het derde alternatief laat zien hoe partijen zich kunnen ontworstelen aan primaire, soms irrationele standpunten en loskomen van linksom-of-rechtsom denken. Het derde alternatief begint dus met een open en luisterende houding, gericht op het willen begrijpen. Zonder die open mind heeft het dus geen zin om aan dit boek te beginnen. Filmpje begrijpen en begrepen worden: The Talking Stick
ISBN: 978-90-470-0457-8

 

februari 2012
DUBBELE DIP LIGT OP DE LOER

Lia Mulder en Jaap Roeleveld, in: Didactief, Januari 2012
Veel leerlingen beginnen met een achterstand in begrijpend lezen op het voortgezet onderwijs.

In 2013 wordt de Cito eindtoets twee maanden later afgenomen. Men hoopt dat daardoor leerlingen in groep 8 meer kunnen profiteren van het leesonderwijs en de achterstand daarmee wordt teruggedrongen. Het Kohnstamm Instituut en ITTS concluderen op basis van onderzoek in de regio waar in 2011-2012 is geëxperimenteerd met het later afnemen van de toets, dat het weinig soelaas biedt. In alle regio’s, dus ook die regio’s waar de toets later is afgenomen, wordt in de tweede helft van het leerjaar in groep 8 minder aandacht besteed aan taal en gingen de prestaties van leerlingen achteruit. Bij een groot deel van de leerlingen is Toets 0 afgenomen vanuit de gedachte dat er na de zomervakantie een zekere terugval van vaardigheden optreedt. En inderdaad, aan het begin van het voortgezet onderwijs liggen de prestaties weer ongeveer op het niveau van eind groep 7!
Gebleken is dat een latere afname van de Cito dus niet voldoende is om ervoor te zorgen dat leerlingen zich verder ontwikkelen. Scholen moeten heel bewust werken om ook in de laatste weken voor de zomervakantie alle tijd te benutten om de basisvaardigheden van de leerlingen vast te houden.
Voor docenten in het vo is het een signaal dat in de eerste jaren van het voortgezet onderwijs alles op alles gezet moet worden om de leesvaardigheid van leerlingen verder te ontwikkelen.

 

januari 2012
THE MATTHEW EFFECT

Daniel Rigney
In The Matthew Effect laat de Amerikaanse socioloog Daniel Rigney zien hoe ongelijkheid tussen mensen steeds groter wordt. Het begrip dat hij hierbij centraal stelt is het mattheüseffect: degenen die veel hebben krijgen steeds meer en degenen die weinig hebben krijgen steeds minder. Rigney analyseert deze groeiende ongelijkheid in allerlei verschillende velden en staat stil bij twee fundamentele vragen: waar komen mattheüseffecten vandaan en moeten we er iets aan doen? Hier de link naar een uitgebreide recensie door Thijs Bol.
In het onderwijs komen we het begrip regelmatig tegen.
De term Matteüseffect werd gebruikt door onder meer Keith Stanovich, een psycholoog die uitgebreid onderzoek deed naar de processen van taalverwerving en taalachterstand. Stanovich gebruikte het concept om het fenomeen te beschrijven dat geobserveerd werd tijdens onderzoek naar hoe mensen die leren lezen hun leesvaardigheid ontwikkelen: zij die vroeg de kunst van het lezen aanleren, dragen dit succes mee en zullen als oudere leerlingen sneller teksten voor gevorderden kunnen lezen en begrijpen; zij die van in het begin falen, bouwen een levenslange achterstand op die zich uitbreidt naar alle leerprocessen. Dit is te wijten aan het feit dat kinderen die minder makkelijk leren lezen, ook effectief minder gaan lezen, en zo nog minder het leerproces doormaken. Zie ook deze link en deze.

ISBN 9780231149488

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*