Leestips 2016

december 2016
EFFECTEN VAN LEESMOTIVATIE-INTERVENTIES
Roel van Steensel, Lisa van der Sande, Wichor Bramer, Lidia Arends

Op basis van een literatuuronderzoek zijn 88 studies met 95 verschillende interventies beschreven en geëvalueerd. De meeste interventies in de meta-analyse beogen bij leerlingen redenen om te lezen aan te spreken, al dan niet in combinatie met de ondersteuning van positieve zelfevaluaties. Veel van deze interventies richten zich op het aanwakkeren van de individuele of situationele interesse van leerlingen, het bevorderen van gevoelens van competentie bij leerlingen of het stimuleren van hun sociale motivatie door ze bijvoorbeeld te laten samenwerken rond leestaken. In het merendeel van de interventies werd motivationele ondersteuning gecombineerd met onderwijs in vaardigheden. De meeste interventies werden uitgevoerd door getrainde uitvoerders. De meeste interventies zich richtten op gemiddelde lezers, een aanzienlijke minderheid focuste op zwakke lezers.

Leesmotivatie-interventies bleken over het geheel bezien positieve effecten te sorteren op de leesmotivatie en leesvaardigheid van leerlingen. Voor beide typen uitkomsten was er sprake van statistisch kleine effecten, maar nadere analyses lieten zien dat de effecten voor bepaalde typen interventies en onder bepaalde omstandigheden groter waren; in sommige gevallen werden medium en zelfs grote effecten gevonden. De positieve overall effecten bevestigen de veronderstelling dat de leesmotivatie van leerlingen effectief gestimuleerd kan worden met behulp van (onderwijs)interventies en ondersteunen de aanname dat leesmotivatie bijdraagt aan de leesontwikkeling van leerlingen. Meer informatie over de beschrijving van het onderzoek en de effectieve interventies: LINK1, LINK 2

november 2016
HOE LEER JE LEERLINGEN NADENKEN OVER HUN LEERPROCES?

Bea Ros
Kort interview in Didactief met onderzoekster Anouk Donker over het belang van metacognitieve vaardigheden.
Als we willen dat leerlingen zelfstandig worden in het onderwijs (en daarbuiten) moeten we ze eerst leren welke handige strategieën er zijn en laten zien hoe die werken. LINK

oktober 2016
ALLES WORDT BETER! Nou ja bijna alles
Simon Rozendaal

Vroeger gingen we niet naar school. In 1890 ging slechts 7% van de jongeren tussen veertien en zeventien jaar naar school. De overige 93%, evenals talloze nog veel jongere kinderen, deed het werk van volwassenen, sommigen van zonsopgang tot zonsondergang, in alle grote steden. Pas aan het eind van de negentiende eeuw en in het begin van de twintigste eeuw werd het, mede dankzij de door Thorbecke in het leven geroepen HBS, normaal dat ook kinderen uit de burgerij naar de middelbare school gingen. Tot vijftig jaar geleden was het in Nederland ondenkbaar dat kinderen uit een lager milieu naar de universiteit gingen. De kweekschool was het hoogst haalbare. Hoe anders is het nu. Tegenwoordig is meer dan 30 procent van de Nederlandse beroepsbevolking afgestudeerd aan een hogeschool of universiteit. De stijgende lijn zet zich nog steeds voort, hoewel ik me afvraag hoe lang nog.

Simon Rozendaal beschrijft in zijn boek niet alleen de vooruitgang in het onderwijs, onze verdwenen domheid en verdwenen rare angsten wegens gebrek aan kennis. Rozendaal vertelt over het leven van vroeger en de motoren van de vooruitgang: evolutie, technologie en beschaving. Het is een heerlijk boek om te lezen. Het laat je zien dat er veel wordt geklaagd terwijl er eigenlijk niet zo veel valt te klagen. Hij eindigt met een bemoedigende gedachte. In de laatste vijftig jaar zijn er telkens sombere voorspellingen gedaan, eerst iedere tien jaar en tegenwoordig wordt ons eens per halfjaar onheil aangezegd, elke keer op basis van een nieuwe theorie, soms samenhangend met voorgaande voorspellingen. Het is niet zo dat alle waarschuwingen van vroeger onterecht waren en natuurlijk moeten we waarschuwingen wel serieus nemen en overdenken. Rozendaal laat slechts zien dat de aanzeggers van doem niet op hun blauwe ogen moeten worden geloofd.

Voor wie ouder is dan vijftig een heerlijk boek met tal van onderwerpen die je met een glimlach zult herkennen en wie jonger is leest dat de komst en ondergang van hypes al meer dan vijftig jaar aan de gang is. Eind jaren zeventig werden we bedreigd door ‘zure regen’ die halverwege de jaren tachtig toch niet bleek te bestaan en wie herinnert zich nog de waarschuwing voor afnemende zaadcellen door het dragen van strakke spijkerbroeken?

 

September 2016

WAAROM KENNIS ERTOE DOET

Hirsch gooit ‘Schnabel’ de pechvogel toe. LINK

In januari 2016 bracht het Platform Onderwijs 2032 advies uit aan staatssecretaris Sander Dekker van onderwijs. Over dit advies is het laatste woord nog niet gesproken. Op 10 april vond in het programma Buitenhof een kort maar stevig debat 37:30 plaats tussen de voorzitter van het Platform, Paul Schnabel, en wiskundelerares en bestuurslid van Beter Onderwijs Nederland Karin den Heijer. Karin den Heijer opende met de constatering dat het rapport van het Platform niet wetenschappelijk is onderbouwd, waar Paul Schnabel tegenover stelde dat het advies wel degelijk wetenschappelijk is onderbouwd, maar dat dit niet is gedaan in de vorm van een zwaar notenapparaat in het advies zelf. Schnabel zag wel in dat dit een welles-nietes uitwisseling is, kwam er later nog eens op terug met de opmerking dat aan dit verschil van inzicht later de nodige aandacht gegeven kan worden. Zo ontstaat dan het idee om met enkele wetenschappers een check op wetenschappelijkheid uit te voeren. Om daar een goed begin mee te maken schetsen de eerste blogs de evidente problemen in de positie van het Platform op belangrijke en soms controversiële problemen, zoals de ‘skills’ problematiek (zowel die van de 21e eeuw, als de niet-cognitieve), de plaats van kennis in de psychologie, en verdringing van wetenschap door ideologisch gedachtegoed dat wortelt in de 18e en 19e eeuw. Initiatiefnemer Ben Wilbrink schrijft de eerste serie probleemstellende blogs. De bedoeling is dat meer wetenschappers bijdragen leveren. Hoewel de nadruk zal liggen op de psychologie, kan de toets op wetenschappelijke onderbouwing van het eindadvies van het Platform Onderwijs 2032 bepaald breder zijn dan alleen op psychologische inhouden en onderzoekmethodologie. Een blog om regelmatig naar terug te keren, omdat het in de loop van de tijd zal groeien.

augustus 2016
W&T EN TAAL: TAAL IN DE CONTEXT VAN W&T

De rijke context van wetenschap en technologie.

Wetenschap en technologie is heel goed te combineren met taalontwikkeling. Lees er alles over in de bijdrage Taal in de context van w&t en vind hier per leerlaag praktische lessuggesties. Werkblad afbeelding artikel W&T

Mijn bijdrage staat aan het eind van de bundel en gaat over het combineren van schrijven om te leren (kennis) met leren schrijven in groep 7 en 8 van het basisonderwijs.  In dit artikel laat ik zien dat met behulp van een schrijfkader leerlingen een experiment doen en hun bevindingen noteren. Leerlingen vinden het bedenken van inhoud het moeilijkst bij schrijven en blokkeren vaak al in de startfase. Door systematisch een logboek bij te houden tijdens het uitvoeren van proefjes (in een schrijfkader), wordt de eerste, moeilijkste en daardoor soms meest tijdrovende schrijffase van het schrijfproces min of meer spelenderwijs doorlopen. In het artikel staat een voorbeeld van hoe een docent voordoet en begeleidt hoe je van losse aantekeningen een vloeiend verslag kunt maken met behulp van signaalwoorden. Een afbeelding van het werkblad staat hiernaast.

Link
Uitgave: Platform Bèta Techniek, Den Haag 2016.

juli 2016
BLENDED: MAGAZINE OVER LEIDERSCHAP EN VERANDERING (juni 2016)
Interviews, schoolvoorbeelden, uit de wetenschap, opinie en leestips. Link
juni 2016

LEERLINGEN KANSEN BIEDEN IS VOORAL: JE LEERLINGEN KENNEN

Jelle Jolles
Sommigen worden warm bij de gedachte van zelfsturing bij leerlingen. Vanuit de neuropsychologie komt echter een stevige waarschuwing.  Om alle leerlingen maximale kansen te bieden, moet de leerling juist niet regisseur zijn van zijn eigen leerproces. Link

 

mei 2016
MYTHS IN EDUCATION, OR HOW BAD TEACHING IS ENCOURAGED

Christina Milos
Er is al veel gezegd over mythen in het onderwijs. In Nederland maakt vooral Paul Kirschner zich hard om onderwijsmythen te bestrijden. Hij schrijft al een paar jaar over broodje aap verhalen in het onderwijs. Christina Milos veegt in haar blog (Link) alle onderwijsmythen op een hoop en stelt dat al de sprookjes ervoor zorgen dat leraren worden aangemoedigd slecht les te geven. Christina noemt het trouwens geen mythen of sprookjes, maar monsters en gaat het bekende rijtje langs: de leerpiramide, leerstijlen, rechter- en linkerhersenhelft, hersengymnastiek, brain-based-learning en meervoudige intelligentie.  Christina gaat op zoek naar de oorsprong van de begrippen, schetst een stukje geschiedenis en laat zien dat er niet is aangetoond dat onderwijs dat is gebaseerd op deze aannames werkt. De leerpiramide werd bijvoorbeeld in 1967 gepresenteerd door Mobil Oil Company voor reclamedoeleinden, maar werd zonder commentaar overgenomen door het onderwijs. Nu is er ook wel wat voor te zeggen. We weten allemaal dat kennis (leerstof) beter wordt onthouden als het is bewerkt, dus het is niet gek dat we denken, of zelf hebben ervaren, dat het effectiever is om over leerstof te praten of het aan anderen uit te leggen, dan alleen te luisteren. Die percentages die aan de leerpiramide zijn gekoppeld, daarvoor is geen basis. Christina verwijst voor alle mythen naar interessante bronnen en beeldmateriaal. Christina heeft overigens nog een blog, A teachers wondering’s: Link.

april 2016
THE SECRET OF EFFECTIVE FEEDBACK

Dylan Wiliam
Feedback is alleen effectief als leerlingen direct iets met die feedback kunnen. Feedback moet dus concreet zijn, gericht op de uitvoering van de taak en zo geformuleerd zijn dat de leerling het niet ervaart als kritiek maar als bruikbare tip.  William geeft in dit artikel voorbeelden van hoe het vaak gaat en hoe dat beter kan.  In: Educational Leadership. Link
Het thema van de maand april is ‘feedback’. Er staat ook een mooi voorbeeld in van effectieve feedback bij schrijven. Een schrijfopdracht, voor welk vak dan ook, laat je niet thuis uitvoeren, maar doe je in de klas, zodat je direct feedback kunt geven met handige en bruikbare tips.
Kijk ook eens bij ‘Digital EL’ daar kun je vaak het gehele maandblad lezen, in ieder geval oudere nummers.

maart 2016
2 WERELDEN, 2 WERKELIJKHEDEN: EEN VERSLAG OVER GEVOELIGE MAATSCHAPPELIJKE KWESTIES IN DE SCHOOL

Journaliste Margalith Kleijwegt beschrijft in deze reportage hoe docenten omgaan met gevoelige maatschappelijke kwesties in hun klas. Denk bijvoorbeeld aan de komst van vluchtelingen naar Europa en Nederland. Ze bezocht voor deze publicatie 4 hbo’s, 8 mbo’s en 5 vmbo’s. De bezoeken vonden plaats in de zomer van 2015, dus voor de aanslagen in Parijs van november 2015 en Brussel van maart 2016. Link

februari 2016

HOMEWORK: WHAT DOES THE HATTIE RESEARCH ACTUALLY SAY?

Tom Sherrington
In zijn meta-analyse is Hattie niet zo positief over huiswerk in het algemeen, maar hij maakt wel onderscheid tussen het effect ervan bij basisschoolleerlingen en leerlingen in het voortgezet onderwijs. Hattie benadrukt dat het soort huiswerk en de rol van de leraar doorslaggevend zijn. Op het blog ‘headguruteacher’ werkt Tom Sherrington dit uit. Link
Het blog is overigens de moeite waard om verder te verkennen.

januari 2016
LEES- EN SCHRIJFONTWIKKELING VAN VMBO-LEERLINGEN

De rol van betrokkenheid bij lezen en schrijven op school. Link. In 2007 is onderzoek gestart en in 2013 afgerond. Onderzoek heeft laten zien veel jongeren onvoldoende in staat zijn om teksten te lezen en te schrijven op een niveau dat wordt vereist op school, in de beroepspraktijk en als burger. Vooral de gegevens over de lees- en schrijfvaardigheid van leerlingen in de beroepsgerichte leerwegen van het vmbo stemmen weinig optimistisch. De uitkomst van het onderzoek biedt aanknopingspunten om vaklessen en lessen Nederlands aan te passen zodat taalonderwijs effectiever is, leerlingen teksten beter begrijpen en beter gaan schrijven. 
Voorkennis activeren speelt een belangrijke rol bij het bevorderen van betrokkenheid en prestaties. Het centrale doel bij voorkennis activeren is inspelen op de specifieke behoefte van leerlingen. Leerlingen kunnen en weten vaak meer dan ze denken. Docenten kunnen daar positieve invloed op uitoefenen door leerlingen expliciet aan het denken te zetten met een heldere instructie en de juiste vragen te stellen.
Aansluiten op de kennis en vaardigheden van de leerlingen op zich bevordert vaak al de competentie van leerlingen en zo ontstaat er ruimte om iets nieuws te leren.
Het is ondoenlijk om in een klas bij 26 leerlingen afzonderlijk te vragen wat hun voorkennis is en daar ook feedback op te geven. Daarom is het handig om leerlingen zelf te laten opschrijven of invullen wat ze al weten en hierover in duo’s kort te laten uitwisselen en pas daarna een tekst te lezen. 

In dezelfde reeks onderzoeken, gefinancierd door het NWO, is onderzocht wat de rol is van sociaal-culturele, educatieve en individuele variabelen in de ontwikkeling van geletterdheid van slecht presterende adolescenten. Voor het onderzoek is een lees- en schrijftoets ontwikkeld. Uitgebreid valideringsonderzoek naar deze toets heeft enkele resultaten opgeleverd die zowel theoretisch interessant zijn als relevant zijn voor ontwikkelaars en gebruikers van lees- en schrijftoetsen. In veel leestoetsen worden deelvaardigheden onderscheiden (opzoeken van detailinformatie, afleidingen maken, hoofdgedachte achterhalen). Op zulke onderscheidingen worden diagnostische profielen gebaseerd, waar vervolgens remediërende handelingen aan worden verbonden. Het onderzoek naar de leestoets liet zien dat deelvaardigheden met toetsen als deze moeilijk te onderscheiden zijn: leerlingen die goed zijn in het opzoeken van detailinformatie zijn in het algemeen ook goed in het achterhalen van de hoofdgedachte van een tekst. Dat maakt het gebruik van leesprofielen gebaseerd op toetsresultaten twijfelachtig. Link

 

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*