Gisteren werden de opbrengsten gepresenteerd van het project OTAW en ik werd vanuit de zaal ge-smst door de projectleider, want mijn modules blijken een substantiële bijdrage te hebben gehad bij de groei van de woordenschat bij leerlingen die in de brugklas zijn ingestroomd.
Het project Opbrengst Taalonderwijs Amsterdam-West brengt de taalvaardigheid van leerlingen op vo-scholen in Amsterdam-West in kaart met behulp van een tekstbegripstoets (Diatekst) en een woordenschattoets (Diawoord). Beide toetsen worden aan het begin en het eind van het schooljaar bij de leerlingen afgenomen. Kenmerken van de deelnemende scholen, hun docenten en leerlingen als ook de interventies die de scholen uitvoeren worden in verband gebracht met de taalvaardigheid van de leerlingen. De opbrengsten van het onderzoek worden aan de scholen gepresenteerd en leiden tot aanbevelingen voor de scholen op het gebied van taalonderwijs en taalbeleid. Het project streeft ernaar de taalvaardigheid van leerlingen in Amsterdam-West te vergroten door verbetering van het taalonderwijs en het taalbeleid op de scholen.
Een belangrijke factor die de taalvaardigheid van leerlingen bepaalt is het taalonderwijs waaraan leerlingen worden blootgesteld, d.w.z. wat wordt er door docenten gedaan in de klas.
Aan het OTAW-onderzoek nemen veertien vo-scholen deel.
Ik ga nu niet op de inhoud van dit project in, maar op een deelaspect dat verband houdt met de OTV-modules. De gegevens die uit het OTAW project zijn verkregen zijn namelijk in verband hiermee nader geanalyseerd.
Zoals hierboven werd vermeld worden alle leerlingen aan het begin van het eerste leerjaar bij instroom getoetst met Diawoord en Diatekst. Op de veertien deelnemende scholen heeft een promovendus hieruit de leerlingen gefilterd die één of twee jaar hebben deelgenomen aan de OnderwijsTijdVerlenging die de afgelopen paar jaar op 8 basisscholen is verzorgd.
Voor de OnderwijsTijdVerlenging heb ik de taalmodules ontwikkeld. Elders op dit blog kun je lezen wat het doel van deze modules is, wat de inhoud ervan is en aan welke kerndoelen er wordt gewerkt, maar één van de belangrijkste doelen was woordenschatverrijking.
Bij OnderwijsTijdVerlenging volgen leerlingen in één jaar 1 ½ uur per week extra les en in één jaar kunnen ze dan drie modules doorlopen. In twee jaar hebben ze zes taalmodules gevolgd (groep 7 en 8).
Nu blijkt dat de leerlingen die één jaar OnderwijsTijdVerlenging (alleen groep 8) hebben gevolgd, één jaar vooruit lopen op woordenschat in vergelijking met hun klasgenoten (die van dezelfde school kwamen maar geen OTV volgden). Hebben ze twee jaar OnderwijsTijdVerlenging gevolgd (groep 7 en 8), dan lopen ze ongeveer twee jaar vooruit.
Bij het ontwikkelen van de modules wist ik dat in mijn aanpak, geïntegreerd lesgeven met interessante onderwerpen, de winst zou zitten voor woordenschatontwikkeling! Maar ik had nooit dit effect kunnen of durven voorspellen of zelfs durven dromen.
Natuurlijk heb ik meteen veel vragen. Want al ben ik blij en verrast, vooral omdat ik altijd heb gedacht dat 3 modules per jaar, dus ongeveer 32 uur op jaarbasis, ten opzichte van alle andere uren op school, de algehele woordenschat niet substantieel zouden kunnen verbeteren. Vandaar dat ik altijd nadruk legde op de methodegebondentoetsing. Ik bleef focussen op het corpus woorden dat werd aangebracht per module, als uit dat corpus geen woorden werden getoetst met een algemene toets zoals Diawoord of CITO, zou je geen vooruitgang kunnen meten, terwijl de leerling wel veel belangrijke woorden had geleerd. Dat blijkt nu dus toch anders te liggen.
Verder ging het mij om veel meer dan alleen de woordenschat. In de modules ging het ook en misschien wel vooral om de didactische modellen die effectief moesten zijn. Dat wil zeggen, dat ze niet alleen effect moesten hebben op leerlingen, maar ook het handelingsrepertoire van de docent zouden uitbreiden en versterken.
Nu rijst bij mij ook de vraag, als de woordenschat bij leerlingen vooruit is gegaan, wat is dan het effect ervan op de leesprestaties en de schrijfvaardigheid, want die waren gekoppeld aan de laatste fasen in de vierslag bij woordenschatverwerving en hadden tot doel leesstrategieën toe te passen, leerstof en teksten te leren schematiseren en veel extra meters te maken met schrijven. Daar wil ik dus heel graag met de promovendus over praten.
Verder weet ik dat niet alle scholen er vanaf het begin even hard voor zijn gegaan, er waren scholen met aanloopproblemen. Is dat ook te zien?
In het eindrapport, dat nog niet openbaar is, is hierover geen tekst opgenomen. Het onderzoek is op het laatst gedaan en is zoals gezegd slechts een deelaspect van een veel groter promotieonderzoek.
We gaan in gesprek met de promovendus, tot dan even radiostilte dus. Maar, wordt vervolgd.
1 reactie op Eerste resultaten OnderwijsTijdVerlenging Amsterdam