Waarom?
In Nederland heeft een kwart tot een derde van de leerlingen in het voortgezet onderwijs problemen met de leesvaardigheid. Het niet goed (begrijpend) lezen heeft negatief effect op het kunnen volgen van de andere vakken op school. Bovendien schiet de woordenschat van veel leerlingen tekort. Dit bemoeilijkt begrip van teksten, begrip van leerstof en goed kunnen formuleren (mondeling en schriftelijk). Dit probleem speelt al jaren in alle leerjaren van het voortgezet onderwijs!
In Nederland is over ‘het verbeteren van de leesvaardigheid van ‘zwakke’ lezers in het voortgezet onderwijs’ weinig kennis aanwezig. De integraal methoden Nederlands doen aan ‘u vraagt wij draaien’ en passen hun leesaanpak niet aan. Van de uitgevers hoeven we op dit gebied dus niet veel te verwachten. Dit is overigens niet verwonderlijk, want een volledige herziening van de aanpak zou betekenen dat de handleiding door de docenten moet worden gebruikt, anders gaan ze het niet anders doen. Helaas is dat in 80% van de gevallen nog steeds niet zo.
De overige vakken gaan aan het probleem voorbij en de docent worstelt door.
In het voortgezet onderwijs vinden veel leraren zich slecht opgeleid om hun leerlingen met lezen te helpen of ze denken dat lezen bij de vakken niet hun verantwoordelijkheid is. Vinden ze het wel hun verantwoordelijkheid, dan weten docenten niet hoe ze om moeten gaan met tekstbegrip en woordenschat in de klas.
Over de relatie vakdocenten – leesvaardigheid vindt op dit moment in talloze scholen discussie plaats, want binnenkort worden de leerlingen zwaarder afgerekend op hun taalvaardigheid bij de examens.
Leesvaardigheidproblematiek en woordenschatproblemen worden op scholen meer en meer erkend, maar het wordt vaak gezocht in (relatief goedkope) softwareprogramma’s of lexicologieboekjes, waarbij leerlingen rijtjes moeilijke woorden moeten leren (zonder context), terwijl daarvan niet is aangetoond dat de leesvaardigheid of woordenschat van leerlingen daardoor verbetert.
Wat is nodig
Goed onderwijs, op basis van recente kennis over leesdidactiek, voortgezette leesdidactiek en woordenschatdidactiek. Docenten moeten weten wat effectief is en wat niet en daarnaar gaan handelen.
Vakdocenten moeten met leesstrategieën en woordenschatdidactiek leren omgaan, het moet een geïntegreerd onderdeel zijn van hun lessen. Intensieve trainingen werken goed, maar alleen als ze worden gevolgd door klassenconsultaties en het ‘toestoppen’ van praktisch bruikbare hulpmiddelen in de klas.
Waar wacht u op?
U kunt natuurlijk wachten en niets doen totdat de school een training organiseert en stilletjes hopen dat die wordt gevolgd door observaties. Maar hoeft daar niet op te wachten, u kunt ook zelf al aan de slag. Stroop dit blog af en u komt veel tips tegen die u kunt toepassen tijdens de les.
Om te werken aan uw kennis over leesdidactiek, voortgezette leesdidactiek en woordenschataanpak staan hieronder enkele links. Op deze pagina’s vindt u enkele proefdossiers voor KNOW ontwikkeld door Kees Vernooy, lector bij hogeschool Edith Stein.
Ik hoop dat u geïnspireerd raakt en met uw collega’s tot de slotsom komt dat een intensieve training ook bij u op school nodig is, zodat u meer uit de leerlingen haalt binnen de beperkte onderwijstijd.
Veel succes!
Lezen in het voortgezet onderwijs (1): Interventions for adolescent struggling readers
Lezen in het voortgezet onderwijs (2): Improving Adolescent Literacy
Lezen in het voortgezet onderwijs(3): Teaching Adolescent Struggling Readers in European Countries
Lezen in het voortgezet onderwijs (4): Using strategy instruction to help struggling high schoolers understand what they read
Lezen in het voortgezet onderwijs (5): Synthese
http://www.nldata.nl/skola/cgi-oic/pagedb.exe/show?no=971&fromno=985
recente reacties