De module bestaat uit zeven lessen. In principe bestemd voor groep 7, maar groep 8 kan er ook heel goed mee aan de slag. Voor de inhoud is rekening gehouden met wat leerlingen nodig hebben op het voortgezet onderwijs bij de zaakvakken, d.w.z. wat schoolboekenschrijvers als aanwezige kennis en woordenschat veronderstellen.

De laatste les wordt een eindspel gespeeld in de klas. In plaats van een proefwerk om te toetsen of de leerstof is aangekomen, worden er met een timer drie rondes gespeeld. Eerst in teams, later individueel. In alle rondes mogen eerder verworven vrijstellingen (beste taalproducten eerdere lessen) worden ingezet. Er zijn kennisvragen, die gaan over de inhoud van de module en woordenschatvragen.

Uiteindelijk blijft er één winnaar over die heel trots mag zijn op zichzelf, maar ook alle andere kinderen mogen trots zijn, want wat hebben ze in deze module geleerd?

• Wat het verschil is tussen natuurgeweld en een natuurramp en hiervan voorbeelden kunnen geven.
• Wat oorzaken en gevolgen zijn.
• Hoe de aarde is opgebouwd en wat aardplaten zijn (platentektoniek).
• Hoe een aardbeving, vulkaanuitbarsting, eilanden en een tsunami  ontstaan.
• Wat onweer is en wat daarbij de gevaren zijn.
• Er is natuurlijk weer heel veel aan taal gedaan. De leerlingen hebben:
  
• een folder, een stripverhaal en een samenvatting met signaalwoorden leren schrijven;
• een poster gemaakt en gepresenteerd aan de klas;
• geoefend met teksten schematiseren;
• heel veel teksten gelezen;
  
• en 129 nieuwe (moeilijke) woorden geleerd!

Dit is een mooi voorbeeld hoe je het geleerde creatief kunt internaliseren. Filmpje!