De realityserie De School van BNN heeft behalve de afleveringen van de uitzending ook wat compilatiefilmpjes op YouTube gezet. Het aardige hiervan is dat je een opeenstapeling te zien krijgt van ‘miskleunen’, ‘beginnersfouten’, verschillende vormen van spieken en ‘onrustige klassen’, niet leuk voor leraren misschien, maar wel de realiteit een beetje uitvergroot. BNN heeft ook een compilatie samengesteld over luisteren: ‘Luisteren, een vak apart’. Zo zou je het inderdaad kunnen benaderen, alleen als we dit letterlijk nemen hebben we er weer een vak bij dat niet in samenhang wordt onderwezen en daar hebben leerlingen niet veel aan.
Luistervaardigheid maakt nu deel uit van het vak Nederlands op het voortgezet onderwijs. Op de basisschool wordt het soms ook apart benadert, maar over het algemeen wordt luistervaardigheid bij voorkeur de hele dag geïntegreerd onderwezen en niet als een apart onderdeel van het vaak taal of Nederlands.
Goed kunnen luisteren is voorwaardelijk voor alles dat wordt onderwezen, maar daar heb je geen losse lessen luistervaardigheid voor nodig. Hoe zorg je er dan toch voor dat leerlingen naar jou en naar elkaar luisteren? Hoe doen collega’s dat? Zou je bij een collega kunnen kijken?
Het is een mooie ontwikkeling dat docenten steeds vaker zeggen dat ze bij elkaar in de klas zouden willen kijken om van elkaar te leren. Het is namelijk een omslag in denken dat docenten de deur van hun lokaal op een kier zetten. Echter, bij elkaar in de klas zitten is niet vrijblijvend.
Er zijn twee mensen bij betrokken. Eentje komt er kijken en de ander wordt bekeken. Als je wordt bekeken wil je ook horen wat er goed ging, als het even kan hoor je ook graag hoe het beter kan en daar zit een wel knelpuntje. Om goed te kunnen observeren en feedback te kunnen geven heb je vlieguren moeten maken en moeten leren wat je wel en niet kunt zeggen. Objectief kijken is een kunst, die kunst leer je niet op een cursus of uit een boekje. Bovendien, objectiviteit bij het kijken is belangrijk en objectiviteit wordt bevorderd door geen collegiale banden te hebben.
Lesgeven leer je ook door vlieguren te maken, dat is het halve verhaal, want zonder feedback kunnen er tijdens het maken van vlieguren patronen inslijten die niet wenselijk zijn. Je groeit pas echt door als een expert je op het juiste moment de goede dingen influistert. Vergelijk het eens met professionele sporters. Zij rijden niet alleen maar rondjes of trappen steeds maar tegen het balletje om beter te worden. Ook krijgen zij geen tips van hun collega’s (dat zijn vaak hun concurrenten) maar van een professionele coach. Iemand die weet hoe coaching in elkaar steekt. Daniel Goleman heeft hier een mooi boek over geschreven: Focus, the hidden driver of excellence.
Mensen die mij kennen weten dat ik pleit voor observatie en coaching in ieder verbetertraject. Ik heb gezien hoe effectief het is en ik heb veel docenten blij kunnen maken, vooral die docenten die met een knoop in hun maag het traject startten. Observatie en coaching heeft helaas in het onderwijs een nare klank. Nog steeds wordt het in verband gebracht met ‘afrekenen’ en docenten zijn dan ook eerder huiverig dan blij als lesbezoeken bij het verbetertraject horen.
Het is fijn om na twintig jaar ervaring met observatie en coaching in de klas, bevestigd te worden dat observeren en de juiste feedback geven een vak apart is en er niet zo maar eventjes bijgedaan kan worden door collega’s in de school, maar dat het een noodzakelijke interventie is die moet worden uitgevoerd door een expert om het verschil te maken.
Om terug te komen op de compilatie ‘Luisteren, een vak apart’ van De School, wat ziet u in de compilatie, wat vindt u mooi om te zien en wat zouden uw tips voor de verschillende docenten zijn?
recente reacties