Vergelijkend warenonderzoek
Het openbaar maken van CITO-scores heeft tot gevolg dat ouders scholen met elkaar vergelijken. Wat is daar nu mis mee? Ouders willen weten hoe een school het doet voordat zij hun kind inschrijven. De CITO is niet het enige gegeven dat ouders laten meewegen bij hun keuze. Ouders informeren zich suf in de kennissenkring, bij collega’s en familieleden. Ze zoeken naar de beste school voor hun kind. Dus ook de CITO-scores van een school zijn een belangrijk (tweede of derde) gegeven. We weten toch dat scholen verschillend zijn, dat de ene school veel meer toevoegt dan de andere.
Ik zou graag zien dat er veel meer bekend zou zijn over scholen. We weten dat de ene school met een heel zwakke populatie veel meer uit kinderen weet te halen dan de andere. De omstandigheden zijn verschillend, maar die omstandigheden willen toekomstige ouders weten, of behoren ze te weten. Dus niet alleen de opbrengsten, maar ook hoe scholen het doen? Hoe innovatief ze zijn, wat de kwaliteiten van de leerkrachten zijn, hoe talentontwikkeling plaatsvindt, wat de extra activiteiten zijn, wat de visie van de school is op ……. enzovoorts. U zegt dat ik dat in de schoolgids kan lezen? Ja, dat weet ik, maar als je kinderen op school hebt (gehad) of zelf werkzaam bent in het onderwijs weet je dat de schoolgids de zaken veel mooier kan voorstellen dan ze werkelijk zijn.
Ik vergeet het nooit meer. Twee dagen voor de open dag op de school waar ik docent Nederlands was, werd een computer in mijn lokaal geplaatst. Hij werd geloof ik zelfs aangesloten, hoewel het mij niet was toegestaan er iets mee te doen. Twee dagen na de Open Dag was hij weer weg. De suggestie was gewekt: dit is een moderne school, wij hebben zelfs computers in de klaslokalen.
Voordat we ons inschrijven bij een autorijschool informeren we naar de resultaten van de club. Hoe lang moet je daar gemiddeld lessen, wat kost het, hoe zijn de rijinstructeurs, hoe zijn de slagingspercentages? Bij alles wat we aanschaffen raadplegen we websites waar spullen, leveringsvoorwaarden en prijzen met elkaar worden vergeleken. Dan is het toch niet zo raar dat ouders veel willen weten over de kwaliteit en opbrengsten van een school voordat zij hun kind daar voor de komende acht jaar gaan inschrijven? Wat je in ieder geval niet wil, is er na een jaar of twee achter komen dat de school niet doet wat werd beloofd. Van school wisselen is een ingrijpende gebeurtenis, dat doe je bij voorkeur alleen als je gaat verhuizen of als het echt niet anders kan. Dus je wilt van tevoren goed weten waar je aan toe bent.
Kan een school laten zien en aantonen hoe talentontwikkeling plaatsvindt, waarom er voor bepaalde programma’s wordt gekozen en hoe de extra activiteiten zich verhouden tot de cognitieve ontwikkeling? En hoe is de continuïteit van die extra activiteiten? Mag je komen kijken in klassen als de school aan de gang is, voordat je je kind inschrijft? Mag je dan overal komen, of alleen bij die ene juf? Hoe staat het met de ouderparticipatie? Wat voor soort bijeenkomsten worden er voor ouders georganiseerd, of beperkt ouderbetrokkenheid zich tot het knutselen voor de Sint en het versieren van de kerstboom? De school die transparant is en zelf ook data op tafel legt m.b.t. instroom, doorstroom en uitstroom krijgt vooralsnog van mij het vertrouwen.
In Amsterdam staan de gegevens van alle scholen op Internet. Ouders kunnen zien hoe een school het doet. Hoe doen leerlingen het in groep 2, groep 4 en 6?
Het maakt uit of leerlingen op een bepaald niveau bij de basisschool instromen en dat scholen dat niveau minstens vast weten te houden of er meer uit weten te halen. Dat geeft meer houvast bij het kiezen, dan de mooie schoolgids of de verhalen van kennissen of collega’s?
Hoe goed doen leerlingen het op het voortgezet onderwijs, d.w.z. hoeveel procent van de leerlingen zit na drie jaar nog in het type onderwijs dat de basisschool heeft geadviseerd? Het maakt uit of een school het bij 60, 80, 90 of 100% van de leerlingen goed heeft weten in te schatten. Kunnen we uit deze gegevens afleiden dat leerlingen van scholen die het in 60% van de gevallen goed hadden, misschien te hoge CITO-scores hebben gehaald door fors te trainen? Hebben scholen daardoor te hoge adviezen uitgebracht die leerlingen niet konden waar maken? We weten het niet zeker, maar het geeft te denken. In ieder geval zijn het zaken die ik óók had willen weten toen ik mijn kinderen ging aanmelden.
Het klopt dat er in dit verhaal alleen oog is voor cognitieve groei op taal en rekenen. Maar dit zijn ook heel belangrijke basisvaardigheden voor verdere talentontwikkeling: de ontwikkeling van kritisch denken, het leggen van verbanden, kunnen beoordelen en verwoorden wat je van iets vindt, het ontwikkelen van een bredere kijk op de samenleving en de ontwikkeling van creativiteit. Hoe meer aandacht er is voor het ontwikkelen van zelfvertrouwen, goed kunnen samen werken en het welbevinden van kinderen, hoe beter ze ook cognitief presteren.
Scholen beoordelen op wat zij toevoegen op het gebied van taalontwikkeling en rekenvaardigheden, hoeft er dus niet toe te leiden dat scholen de filosofie- of dramalessen niet meer aanbieden. Juist scholen die in de vrije ruimte alles aangrijpen om de talenten van hun leerlingen in de breedte te stimuleren, zullen de vruchten plukken, zelfs als cognitieve ontwikkeling eenzijdig wordt getoetst.
Scholen die een brede mix van didactische structuren hanteren, hun aanbod afstemmen op de leerlingen, aandacht hebben voor leerlingen en veel extra culturele activiteiten organiseren, zullen het beste uit de leerling naar boven weten te halen. Die leerlingen zullen vervolgens ook goed scoren op eenzijdige toetsen, niet omdat ze op die toetsen hebben zitten trainen, maar omdat ze zelfvertrouwen hebben opgebouwd en gewoon voldoende in huis hebben.
Zie ook deze link!
recente reacties