CBE-congres Make Shift Happen 2012 in de Beurs van Berlage -2-

In de eerste workshop vertelden twee Noorse dames over hun samenwerking in een project op vo-scholen. De drop-outpercentages in de regio waren extreem hoog en er moest wat gebeuren. Er waren een paar interventies waar de lokale overheden fors voor in de buidel hebben getast om te zien of het effect had.
l. Meer tijd en meer geld voor docenten.
6% meer tijd en 2750,00 per jaar extra geld zodat de aandacht voor leerlingen kon verdubbelen. Zo konden docenten in de eerste schoolweek met alle leerlingen een  uitgebreide intake te houden om goed contact te leggen. De docent kende bij de eerste les alle leerlingen dan al bij naam! Wekelijks 45 minuten tijd om met leerlingen bij te praten er allerlei zaken waar leerlingen tegenaan liepen. Voor zowel docenten als leerlingen bleek het relationele aspect heel belangrijk voor succes.
Klassen werden verkleind, dat betekende 8 in plaats van 16 leerlingen in het beroepsonderwijs en 15 leerlingen in plaats van 30 in het theoretisch onderwijs.

2. Zomerschool tussen de onderbouw en bovenbouw.
Leerlingen komen soms met grote hiaten van onderbouw naar bovenbouw. Vooral leerlingen met hiaten die in de bovenbouw slechte cijfers halen verlaten de school. De Zomerschool werd georganiseerd voor 20 lessen taal (begrijpend lezen en schrijven), 20 lessen  rekenen/wiskunde en 20 lessen ‘science’ . Leerlingen mochten komen, het was dus vrijwillig, maar het werd hen wel aangeraden.  Omdat het school was tijdens de vakantie werd ’s morgens als extra  wel vers fruit neergezet als ontbijt en werd er samen gezellig geluncht.
De resultaten zijn bijzonder. De leereffecten zijn heel goed en de leerlingen zelf zijn heel positief, zelfs de leerlingen die met een flinke portie tegenzin naar de Zomerschool gingen.  Doordat het hen allemaal nog eens helder is uitgelegd nam hun motivatie per dag toe waardoor ze steeds sneller de leerstof oppikten.
De  Zomerschool is ingezet als een preventieve interventie. Door achterstanden weg te werken kunnen leerlingen weer een goede start maken.  De meeste leerlingen konden inderdaad na de zomer hun motivatie en goede leerprestaties goed vasthouden.

3. Examencursussen voor leerlingen die dreigden te zakken.
De examencursussen werden ingezet als remediëring en kwamen  neer op per vak een drilcursus van 15 uur. Leerlingen die alle 15 uur goed zouden meedoen werd verteld dat ze hun examen zouden halen.  Dat bleek ook waar, alle leerlingen die de 15 lessen hadden gevolgd slaagden vervolgens voor hun examen.

4. Huiswerkklassen
Het probleem met de huiswerkklas was dat vooral leerlingen met zessen of zevens gebruik wilden maken van de voorziening, maar dat de leerlingen met zware onvoldoendes niet werden bereikt. Die moesten overtuigd worden van het nut. Daarvoor zijn oudere leerlingen ingeschakeld.

5. Tot slot zijn er netwerken van docenten.
Zo zijn er een netwerk van docenten rekenen/wiskunde, netwerk van docenten Noors en netwerken van docenten vreemde talen. In de netwerken wordt gesproken over aanpak, evaluatie, toetsen, pedagogiek, didactiek, digitaal leren, over lesgeven dus.
Vijf  interventies, die stuk voor stuk veel bleken op te leveren.
Men hoopt dat als het geld niet meer beschikbaar is, de gedragsverandering van docenten voldoende is om blijvend resultaat te boeken.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

*