Vanmorgen op een ouderbijeenkomst de Amsterdamse kernprocedure besproken. Wat zijn belangrijke data, wanneer kunnen ouders het eerste adviesgesprek verwachten en wat gebeurt er allemaal daarna.
Ook hebben we samen de schoolkeuzegids Amsterdam bekeken. Hoe zit die gids in elkaar, hoe lees je het scholenschema, waar vind je de informatie over de verschillende scholen, de data van open dagen.
Er lag al een pakket van vragen, verzameld in ouderbijeenkomsten georganiseerd door Ink8. Veel vragen gingen over de CITO, het eerste adviesgesprek en wat ouders moesten doen als het advies in hun ogen te laag uitviel.
Het is belangrijk om te benadrukken dat het advies van de school gebaseerd is op meer dan cijfers en dat werkhouding, trouw huiswerk maken, actief meedoen en zelf graag willen leren belangrijk zijn bij het vaststellen van het advies dat al voor de CITO-toets wordt gegeven.
Een goede CITO, maar matige werkhouding kan een signaal zijn dat de leerling het misschien niet gaat redden op HAVO of VWO. Het is belangrijk dat een kind weet dat er hard gewerkt moet worden, huiswerk trouw moet worden gemaakt. Het verschil tussen stimuleren en motiveren en pushen is aan de orde geweest. Jaarlijks maken we op het voortgezet onderwijs en in de Kopklas mee dat er ouders zijn die hun kind zo pushen en zulke hoge verwachtingen hebben, dat kinderen een hekel krijgen aan school of faalangst ontwikkelen.
We hebben het in dit verband ook gehad over wat VMBO, HAVO en VWO inhouden en dat er de korte en de lange route bestaat om het einddoel te bereiken.
Ouders die het betreft hebben zich al geïnformeerd over het Praktijkonderwijs of LWOO, maar wilden toch ook nog wat details weten.
Omdat de Kopklas maar bij drie ouders bekend was, is uitgelegd wat de Kopklas is en wat de voor- en nadelen hiervan zijn.
De praktische informatie over het voortgezet onderwijs werd op prijs gesteld. Dus antwoorden op vragen als:
Wat kun je verwachten van de middelbare school? Wat doet de mentor? Hoe onderhoud ik de contacten met de leraren? Kan ik leraren bellen? Heeft elke school een wendag of een wenweek? Is het aan te raden om deel te nemen?
Hoe kan ik scholen met elkaar vergelijken? Hoe moet ik een beslissing nemen?
Al deze vragen zijn besproken en er is advies gegeven.
Tot slot kwamen de financiën aan de orde in de vraag: Wat zijn de financiële mogelijke 
tegemoetkomingen?
Tja, er zijn natuurlijk stedelijke regelingen, maar dat gaat maar om kleine bedragen en alleen ouders met een minimuminkomen komen hiervoor in aanmerking. Kinderen op het voortgezet onderwijs voel je in je portemonnee, dat geldt voor alle ouders. Voor alle ouders hakken de schoolreisjes er altijd in en vooral de buitenlandreis in de vierde of vijfde kost soms een vermogen, maar je hoeft je niet te laten verrassen.
Ik raad ouders altijd aan om bij aanvang van het voortgezet onderwijs al meteen te beginnen met sparen voor de buitenlandreis in de vierde of vijfde klas. Als je al in de eerste klas begint met per maand een bedrag op een speciale rekening weg te zetten, heb je na drie of vier jaar al een behoorlijk bedrag. Er zijn scholen die zelf zo’n regeling aanbieden, maar dat gebeurt lang niet bij alle scholen.
Er volgen dan meteen vragen of die buitenlandreis wel moet? Ja, die moet. Die reis draagt 
bij aan de ontwikkeling van een puber. Vaak is het de kroon op alles wat er is geleerd op school. Tijdens die reis worden vriendschappen bestendigd en worden er misschien wel vriendschappen voor het leven gesloten. In ieder geval is het voor bijna alle leerlingen het hoogtepunt van hun schoolcarrière, dus dat moet je je kind niet willen ontzeggen.
Naar het voortgezet onderwijs. Hoe pak jij dat aan?
De afbeeldingen bij dit bericht zijn vrij te gebruiken en komen van Mysitemyway.
recente reacties